Een voorzetsel verbindt zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden en zinnen met andere woorden in een zin, meestal geeft het de relatie van het onderwerp in tijd of ruimte aan in vergelijking met de inhoud van de rest van de zin. Bijvoorbeeld:
- "Het boek is onder de tafel."
- Het voorzetsel is "onder," die de ruimtelijke relatie van het boek met de tafel aangeeft.
- "Zij leest een tijdschrift tijdens de les."
- Het voorzetsel is "tijdens," die de temporele relatie aangeeft tussen het lezen van het tijdschrift en de les.
Veelvoorkomende Voorzetsels
a | naar, aan, in |
ante | voor |
bajo | onder |
con | met |
contra | tegen |
de | van, vanuit, uit, met |
desde | vanaf, sinds |
durante | tijdens, gedurende |
en | in, op, te |
entre | tussen, onder |
excepto | behalve |
hacia | naar, tegen |
hasta | tot, zelfs |
para | voor, naar, om te |
por | voor, bij, door, per |
según | volgens |
sin | zonder, zonder dat, geen |
sobre | op, over |
tras | achter |
Veelvoorkomende Voorzetselgroepen
conforme a | volgens |
contrario a | in tegenstelling tot |
frente a | tegen, tegenover |
junto a | naast |
respeto a | met betrekking tot |
acerca de | over, betreffende |
además de | bovendien, verder |
alrededor de | rondom, rond de |
antes de | vóór, voordat, alvorens |
cerca de | dichtbij |
debajo de | onder |
delante de | voor, voordat |
dentro de | in |
después de | na |
detrás de | achter |
encima de | bovenop, bovenstaand |
enfrente de | tegenover |
fuera de | buiten, daarbuiten |
a causa de | wegens |
a fin de | om |
a pesar de | ondanks |
al lado de | naast de, naast het |
en cuanto a | wat betreft |
en lugar de | in plaats van |
en vez de | in plaats van |